Tunische steek van de week - week 9: de verlengde Tunische rechte steek

Vorige week liet ik je een mooie combinatie van twee verschillende steken zien. Deze week weer een nieuwe steek namelijk de verlengde Tunische rechte steek. 

Voorkant van de verlengde Tunische rechte steek

Achterkant van de verlengde Tunische rechte steek

De verlengde Tunische rechte steek

Het lapje dat je met deze steek haakt, is behoorlijk soepel. Het lapje krult maar heel licht op de hoeken en blijft mooi vierkant.

Tijdens het haken ontstaan er twee soorten "rijen", eentje dun en soepel en eentje die wat dikker en steviger is. Het effect vind ik echt heel erg leuk. Ik zou er zo een trui mee haken. Hou je van meer structuur? Kijk dan ook even naar de achterkant: superleuk!

Ik haakte dit vierkant met Scheepjes "Softfun 2516 Lime".

Volg de geschreven uitleg of kijk naar de instructievideo. Succes!

1. Eerst haak je weer een basis toer. Ik begin zelf weer met 21 lossen (op de foto's en in de video haak ik 10 lossen).

2. Om te beginnen haak je eerst 1 losse.

Haak eerst 1 losse.

3. Sla de eerste steek over. Vervolgens steek je de haaknaald tussen de voorste en achterste verticale lusjes door helemaal naar achteren.

Steek de haaknaald tussen de verticale lusjes door

helemaal naar achteren

4. Sla om en haal de draad door. Sla nog een keer om en haal de draad door 1 lus op je haaknaald. Je haakt dus eigenlijk een losse.

Sla om, haal door, sla weer om en haal door 1 lus.

(Je haakt dus eigenlijk 1 losse)

5. Ga zo door tot de laatste steek. De laatste steek haak je zoals altijd: steek de haaknaald onder de twee lusjes aan de zijkant, sla om en haal door. Let alleen wel goed op dat je de lusjes neemt van de losse die je ook bij de laatste steek haakt.

Haak de laatste steek door de twee lusjes aan de zijkant

van de losse.

6. De teruggaande toer is hetzelfde als bij de vorige steken. Je haakt eerst één losse, dan sla je om en haalt de draad door twee lusjes net zolang tot je nog maar één lus op je haaknaald hebt staan.

Toer klaar!

Herhaal deze twee toeren tot je een vierkant lapje hebt. Ik haakte hier voor 12 toeren.

Afkanten

Nu gaan we het lapje weer netjes afkanten. Steek de naald tussen de twee verticale lusjes door naar achteren, sla om en haal de omslag ook meteen door de lus op je haaknaald. Je haakt dus géén losse. Zo blijf je één lus op je haaknaald houden. Haak de laatste steek net als altijd: steek de haaknaald onder de twee lusjes aan de zijkant, sla om en haal door. Knip de draad door en haal deze door de laatste lus.

En dat was de steek van deze week. Leuk hè? Ik vind het verschil in de rijen zo leuk!
Volgende week ga ik je met behulp van deze steek laten zien dat je ook met de teruggaande of sluitende toer kan variëren. Je krijgt dan een lapje met gaatjes. Ook erg leuk!

Marjolein